koolstofmonoxide beperken gasverbrandingstoestellen

Tips om het risico van koolstofmonoxide te beperken

Jaarlijks belanden enkele honderden mensen in het ziekenhuis vanwege koolstofmonoxidevergiftiging. In sommige gevallen is de afloop fataal. Koolstofmonoxide ontstaat onder meer door onvolledige verbranding van koolstof, fossiele brandstoffen of andere brandbare koolstofverbindingen. Het zit bijvoorbeeld in de uitlaatgassen van auto’s, in tabaksrook maar ook in de afvoergassen van kachels, geisers en CV-ketels.

Koolstofmonoxide is een zeer gevaarlijk gif omdat u het niet kunt ruiken of zien en het bovendien al heel snel een aanzienlijk gezondheidsrisico oplevert. De overheid zet met de (toekomstige) CO-certificering stappen om het aantal (gevaarlijke) fouten bij werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties (zoals gasgestookte CV-installaties, gaskachels en -sfeerhaarden en warmtapwatertoestellen) en aan de bijbehorende luchttoevoer en rookgasafvoer te verminderen. Ook zullen hierdoor fouten tijdens de controle vóórdat een installatie in gebruik wordt gesteld, beter opgemerkt worden.

Maar ook u kunt een bijdrage leveren aan uw veiligheid. Belangrijk is dat u zich bewust bent van het risico en dat u weet hoe u het risico op koolstofmonoxidevergiftiging zelf kunt beperken. Ik geef u hiervoor in dit artikel graag een aantal praktische tips.

Rookkanaal gashaard
Om het risico op koolstofmonoxidevergiftiging te beperken, is een goede installatie en onderhoud van uw verbrandingstoestel én rookkanalen essentieel. Kies daarom altijd voor vakbekwame installateurs en onderhoudsmonteurs.

Tip 1 – Controleer uw verbrandingstoestel

Koolstofmonoxide ontstaat vooral door onvolledige verbranding. Dat kan bijvoorbeeld omdat uw verbrandingstoestel niet goed geïnstalleerd of onderhouden is, of dat het kapot is. Het is daarom raadzaam om uw verbrandingstoestel als ook de aansluiting op het rookgasafvoerkanaal jaarlijks door een vakman te laten nakijken. Ook een schoorsteen zou minimaal één keer per jaar gereinigd moeten worden.

Wees ook bedacht op signalen dat er wat mis is. Wanneer u bijvoorbeeld geel-oranje vlammen in plaats van de normale blauwe vlammen ziet in uw gastoestel, dan betekent dit dat er een gebrek aan zuurstof is. Ziet u sporen van corrosie, roest of roet aan uw toestel? Dat kan wijzen op een slechte staat van het toestel; wat vaak ook gepaard gaat met een slechte verbranding. Merkt u dat vensters of muren aandampen (condensatie), dan kan dit wijzen op een onvoldoende afvoer van de verbrandingsgassen.

Heeft u een houtgestookte kachel of haard? Gebruik deze niet als ‘allesbrander’, maar stook kwalitatief en voldoende droog brandhout. Ook is het belangrijk om de as regelmatig te verwijderen. Als de as tot aan het rooster komt, wordt onderaan niet meer geventileerd, waardoor de verbranding onvolledig is en het risico op de vorming van koolstofmonoxide toeneemt.

Hout kachel met stralingswarmte
Door droog en onbehandeld brandhout te gebruiken, de houtsblokken op een efficiënte manier op te stapelen en regelmatig de as te verwijderen, kunt u de uitstoot van verbrandingsgassen, waaronder koolstofmonoxide, beperken.

Tip 2 – Zorg voor voldoende ventilatie

Voldoende ventileren is van primair belang voor uw gezondheid. Wanneer u dag en nacht uw luchtroosters en kiepramen gedeeltelijk openzet, is dat meestal al voldoende.

Tip 3 – Plaats een koolstofmonoxidemelder

Door in uw woning één of meerdere koolstofmonoxidemelders aan te brengen, kunt u acuut onveilige situaties door koolstofmonoxide in een vroeg stadium ontdekken. Er zijn verschillende koolstofmonoxidemelders op de markt, maar uit verschillende testen is gebleken dat ze niet allemaal van even betrouwbaar goede kwaliteit zijn. Op de websites van de Consumentenbond en van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit kunt u een lijst met veilige en onveilige melders terugvinden.

koolstofmonoxidemelder
bron: Onderzoeksraad voor Veiligheid

Wanneer u één of meerdere koolstofmonoxidemelders in huis hebt gehaald, is het belangrijk dat u ze op de juiste plaats hangt.

  • In de ruimte waar zich een verbrandingstoestel (de mogelijke CO-bron) bevindt.
    Hang uw melder op een centrale plaats in de ruimte, aan het plafond, op een horizontale afstand van één tot drie meter van het verbrandingstoestel en op minimaal dertig centimeter van omliggende muren. Zorg ervoor dat u de melder niet naast aanwezige luchtinlaten of –uitlaten of andere objecten aan het plafond bevestigt. Heeft u in de ruimte een schuin plafond? Plaats de melder dan aan het schuine plafond op een horizontale afstand tussen één en drie meter van de CO-bron.
  • In een ruimte zonder verbrandingstoestel.
    Het is daarnaast ook raadzaam om nog enkele melders te plaatsen in de woonruimten, waar u regelmatig vertoeft. Denk bijvoorbeeld aan de slaapkamer(s), woonkamer of keuken. In de regel plaatst u de koolstofmonoxidemelder op ademhoogte. In uw slaapkamer zal dit op hoogte zijn van uw bed; in de woonkamer of kantoorruimte eerder op zit- of loophoogte. Zorg ervoor dat u de melder nooit in een hoek van een ruimte plaatst, omdat daar de luchtcirculatie niet altijd even goed is. Ook is het belangrijk de melder nooit naast luchtinlaten of –uitlaten te plaatsen, of achter objecten als gordijnen of kasten.

Houdt u er bovendien rekening mee dat er een houdbaarheidsdatum is voor koolstofmonoxidemelders. Op de sticker zal u een jaartal zien; u vervangt uw melder het best in de loop van dat jaar. Wees u er tenslotte van bewust dat een koolstofmonoxidemelder niet alle gevaar wegneemt. Goede ventilatie van uw woning en een deugdelijke installatie en regelmatig onderhoud van uw verbrandingstoestel én rookkanaal is én blijft van levensbelang!

Moara Daniëls